dimanche 16 novembre 2014

analyse gedicht van Jan Hanlo

De mus
Tjilp tjilp - tjilp tjilp tjilp
tjilp tjilp tjilp - tjilp tjilp
tjilp tjilp tjilp tjilp tjilp tjilp
tjilp tjilp tjilp
Tjilp
etc.

Dit gedicht werd geschreven door Jan Hanlo. Dit gedicht behoort tot de modernere vorm van poëzie.
Dit soort gedichten worden de klankgedichten genoemd, omdat de betekenis veranderden naargelang de intonatie dat je aanneemt. Dit is de meest extreme vorm van atonale poëzie. Ik zou zeggen dat aan het begin van het gedicht de mus zeer dicht van de gedichter is en naarmate het gedicht vordert, vliegt de mug weg en is dus de mug verder en verder van de gedichter. Op het begin moet dus het gedicht luidt uitgesproken worden en op het einde zeer stil totdat men de mus niet meer hoort.
De hele gedicht door is er een herhaling, namelijk 'Tjilp'.
Het is niet echt mooi of diepzinnig, maar ik vind het leuk om te lezen, want je kan je verbeelding gebruiken en het laat je de vrije loop. Ook is hij de eerste die zoiets heeft gemaakt. Niemand zou erop zijn gevallen om dit te maken.

Op dit afbeelding wordt een mus afgebeeld dat gaat wegvliegen. In het gedicht vlegt ook een mug weg. De afbeelding geeft de gedicht goed weer.Bovendien is dit een zeer mooie foto.

analyse gedicht van Jules Deelder

Blues on Tuesday

Geen geld.
Geen vuur.
Geen speed.

Geen krant.
Geen wonder.
Geen weed.

Geen brood.
Geen tijd.
Geen weet.

Geen klote.
Geen donder.
Geen reet.

Dit gedicht is geschreven door Jules Deelder. In de titel is er een anafoor. De woordgroep 'ue' wordt twee keer herhaald.
Ook is dit gedicht een voorbeeld van nonsensicale poëzie. Dit kan ook uit de titel afgeleid worden.
Er zijn duidelijk herhalingen in det gedicht, namelijk 'geen' wordt twaalf keer herhaald.
Er is een eindrijm : 'speed' met'weed' en 'weet' met 'reet'.
De blues betekent een beetje down zijn. De titel betekent dus down op dinsdag. Het gaat over een man die eigenlijk niks heeft en hij heeft ook geen geld om drugs te kunnen kopen om zijn problemen te vergeten.
Ik vind het een leuk gedicht. Het  is kort en het illustreert goed het leven van sommige mensen.
Ik heb dit afbeelding gekozen, omdat het ten eerste een grappige afbeelding is. De man in de afbeelding is iemand net zoals er in het gedicht werd beschreven. Het enie verschil is dat die man alcohol drinkt om zijn problemen te vergeten.


samedi 15 novembre 2014

analyse gedicht van Pierre Kemp

Dit is een gedicht van Willem Kloos.
Hij is een bekende gedichter dankzij                                    
zijn manier van schrijven.
Willem Kloos is een impressionist
en bij hen is kunst passie.
En om die kunst te bereiken moet er
hartstochten en lijden aanwezig zijn. Hier lijdt hij duidelijk. Dit zie je al als je de eerte versregel leest:'Der menschenhoogste smart is wonderbaar'. Hij schreef ook dit gedicht toen hij depressief was en dit lijde tot een grote bronvan inspiratie voor anderen.
In dit gedicht zit hij duidelijk te slapen en hij hoort de paarden en de wagens voorbij gaan en die bewegen en die geluiden corrseponderen met wat er in zijn droom gebeurd. Un dit gedicht lijdt hij van die geluiden die buiten zijn. Hij is er zo beu van dat hij zichzelf zou kunnen vermoden.

In derde strofe herhaalt hij wat hij in de twee eerste strofen heeft geschreven.
Er zijn veel alliteraties bv. Paarden en wagenen draan gestaag met getrappel op straat'. het veelvuldig gebruik van 'a' en 'aa' duidt op een alliteratie.
Er is ook duidelijk een jambe aanwezig in de eerste strofe.
Ook is er sprake van een enjabement : bij de versregels die van links naar rechts springen.
IK vind dit een zeer mooi gedicht. Het is zeer realistisch en het gebeurd aan vele mensen. Ook de manier waarop hij schrijft is zeer indrukwekkend, want het lijkt banaal, maar niemand zou er op komen om zo een gedicht te schrijven.

Dit afbeelding komt uit de film 'les triplettes de belleville'. Dit huis is dicht bij een spoor en de 'triplettes' wonen in dit huis. Het probleem is dat ze niet kunnen slapen door de spoor. In het gedicht klaagt de gedichter dat hij niet kan slapen door de wagens en de paarden en in de film kunnen die niet slapen door het geluid van de treinen. Dit is een mooie gelijkennis.

analyse gedicht van C.O. Jellema

Mei - C.O. Jellema

Een avond waarop oude mensen wandelen gaan,
en heimwee achterna:hoe alles nu jong lijkt-
terwijl hij naar zijn grote voeten kijkt,
ziet zij een wolk boven de bomen staan

en overweegt dat ze gelukkig was
toch wel, maar voelt ook een gemis
als zij de berken ruikt, manlijk en fris-
hij loopt behoedzaam rond een regenplas.

zij zijn zo eenzaam in hun vreemd geluk,
zij breken elk systeem van vrede stuk.

hoe zij een steentje uit haar schoenen haalt,
hoe hij doorloopt zij hem weer inhaalt;

en in de bocht tesaam een grijze pop,
God berg hen in de hemel op.

Dit is een sonnet. De twee eerste strofen van het gedicht zijn beschrijvend. Ze beschrijven de acties van het oude koppel die een wandeling maken. Op de negende vers is er een wending. Hun geluk is zo vreemd dat niemand het van hen kan ontnemen.
Er is een rijmschema abba-cddc-ee-ff-gg.
abba duidt een omarmend rijm aan. Daarnaast zijn de drie laaste strofen gepaarde rijmen.
De verzen zijn ongeveer even lang.
Er is sprake van beeldspraak in deze tekst: 'god berg hen in de hemel op' wil eigenlijk zeggen dat ze samen sterven.
Het gaat over een oude koppel die in Mei samen gaan rondwandelen. Ze maken beide de opmerking dat alles zo jong lijken in tegenstelling tot hun. Zij zijn niet gelukkig samen. Dit is te zien aan de tegenstellingen in het gedicht. Bijvoorbeeld 'terwijl hij naar zijn grote voeten kijkt,
                                                               ziet zij een wolk boven de bomen staan'
Heir doen ze duidelijk een tegensteld handeling. De vrouw kijkt naar boven en de man naar beneden. Toch blijven ze samen en dat zorgt voor hun vreemde geluk die elke systeem van vrede stuk breekt. Op het einde sterven ze samen.

Ik vind het een mooi gedicht, omdat het gedicht vrolijk is, maar het verhaal achter dit verhaal triestig is. Het is bovendien niet zo moeilijk om te begrijpen.

Op de afbeelding zijn het twee oude mensen die wandelen en zeker in de maand Mei.

Bouwstenen

De verschillende bouwseten die een roman maken tot wat hij is,zijn de titel, de inhoud, verhaalopbouw, thema, motieven, perspectief, personages, tijd, ruimte, stijlen verhaamvorm;

Bij de titel moet je de titel kunnen verklaren.

Bij de inhoud moet je de inhoud kunnen samenvatten. Er zijn twee manieren om de inhoud samen te vatten. Ten eerste is er de sujet of de plot. Hier ga je het verhaal samenvatten in dezelfde volgorde als de gebeurtennissen zich afspelen. Ten tweede is er de fabel of de story. Hier ga je de gebeurtennissen strikt chronologisch weergeven.
Faction is als lezer zich afvragen waar de werkelijheid ophoudt en de verbeelding begint.

Bij de verhaalopbouw ga je onderzoeken hoe het verhaal is opgebouwd.
Er is het begin.
 Ab ovo is kennismaking doen met de hoofdpersonages en de situatie waarin ze zich bevinden, voordat eigenlijk iets gebeurt.
Medias res is waarbij je onmiddellijk middenin het verhaal terecht komt.
Post rem is waarbij de vertelling begint ij het einde van het verhaal. Hierop wordt de techniek van de flashback toegepast.
Daarna is er het midden.
Volgens welk patroon is het verhaal opgebouwd?
1) opgangsverhaal : het begin zorgt ervoor dat het hoofdpersonage beter wordt.
2) ondergangsverhaal : het tegengestelde van een opgangsverhaal.
3) cyclische opbouw?
4) queeste?
5) raamvertelling : het verhaal vormt een aantal omlijstingen voor andere verhalen.
6) dubbelroman: twee verhaalketens zijn op elkaar afgestemd, maar wat plaats, tijd en ruimte betreft hun eigen weg gaan.
7) stream of consciousness : ononderbroken stroom van ideëen, gevoelens, observaties en herinneringen.
Hoe wordt de spanning in het verhaal gecreëerd en opgebouwd?
1) houdt de verteller informatie achter?
2) vooruitblik?
3) retardering: de auteur geeft antwoord op vragen die je je telt in het begin
4) cliffhangers
 5) legpuzzlestructuur : beetje bij beetje beantwoord de schrijver jouw vragen.
6) veel open plekken in het verhaal.
Ten laatste is er het einde.
1) gesloten einde : verhaal als voltooid beschouwen
2) open einde : je kan zelf het einde aanvullen
( Een open einde is polyinterpretabel : en zijn evenveel interpretaties ans er lezers zijn)

Bij het thema gaat je na wat het thema van het verhaal is.
Dit vind je door jouw samenvattingte herleiden tot 1 kernzin of zelfs tot één kernwoord/sleutelword.
Grondmotief= hoe het thema van het verhaald somswordt genoemd.

Bij de motieven analyseer je de motieven.
Een motief= een steeds terugkerende frase/woordgroep in een verhaal.
1) welke verhaalmotieven zijn er? Verhaalmotieven hebben te maken met de concrete                                                                       gebeurtenissen in een verhaal en de verband ertussen.
2)Welke abstracte motieven zijn er ? Bv de dood, eenzaamheid,frustratie,...
3)leidmotief? zin/object/situatie/... die in dezelfde vormen steeds terugkomen.

Bij perspectief onderzoek je vanuit welke perspectief het verhaal wordt verteld.
1) auctoriële verteller : Hij staat boven het verhaal. Hij kent het verleden,heden en de toekomst van de personages. Hij kent ook hun gedachten.
2) personele verteller : Ook vaak hij-verhalen genoemd.De verteller staat in het verhaal. Hij kruipt in de huid van de personages.Hij beslist zijn 'kennis' te beperken tot wat de personages weten.
3) meervoudige vertelperspectief: In het ene hoofdstuk ervaar je bv. de gevoelens van persoon A en dan in de tweede hoofdstuk de gevoelens van persoon B.
4) ik-verhaal : alles door de ogen van de hoofdpersonage. Je weet dus alleen wat hij voelt of denkt, maar niet wat de andere personages denken.
5) vertellende ik-persoon : Een ik-persoon die heeft deelgenomen aan het verhaal en daarna het verhal heeft beschreven.
6) handelende of belevende ik-persoon : ik-persoon die deelneemt aan de actie in het verhaal en de gebeurtenissen beschrijft op het moment dat die plaatsvinden.

Bij de personages ga je de personages analyseren.
De vier belangerijke vragen die je je bij een peronage moet stellen
1) Wat doet het personage?
2) Wat zegt, denkt of voelt het personage?
3) wat denken de andere personages over hem?
4) Wat zegt een exerne verteller over hem?

De vertelling is : -expliciet
                        -empliciet : je moet het personage geleidelijk in het verhaal 'samenstellen'.

ronde karakter  : een personage dat een evolutie doet doorheen het verhaal. Het is een dynamisch                            personage.
vlakke karakter : een personage dat onveranderlij is. Hij is statisch.

De rol van het personage in het verhaal:
-hoofdpersonage (=protagonist)                     -held : ondanks zijn angst grijpt hij in in gevaarlijke
-tegespeler(=antagonist)                                          situaties. Bv. Batman
-medespeler(=tritagonist)                              -antiheld : Hij doet zich typisch kleinmenselijk voor
-figurant                                                                     en grijpt dus niet in gevaarlijke situaties.
                                                                                  bv. Homer Simpsons

Sleutelroman= Verhaal waarbij personages met een andere naam naar echte bestaande personages                         verwijzen.

Bij de tijd ga je de tijd analyseren.

onderscheid tussen : - kalendertijd = de historishce tijd
                              - uurtijd= tijd van het uurwerk.
                              - literaire tijd= tijd dat manipuleerbaar is.

Chronologisch verhaal= een verhaal dat de uurtijd respecteerd.
niet-chronologisch verhaal= het tegengestelde.

Flashbacks= terugkeren naar het verleden.
Flashforwards= een kijk naar de toekomst.

Vertelde tijd= de tijd waarbinnen de gebeurtenissen van het verhaal zich voltrekken.
Verteltijd= de tijd die de lezer nodig heeft om het verhaal te lezen.

verteltijd<vertlede tijd= hoog tempo
verteltijd>vertelde tijd= traag tempo

Bij de ruimte  analyseer je de ruimte.
waar speelt het verhaal zich af?
Sociaal milieu?
is de ruimte symbolisch voor de gevoelens van he personage?
Heeft de ruimte een sfeerscheppende functie?

Bij de stijl ga je de stijl onderzoeken.
Hetis gebaseerd op drie pijlers : woordkeuze, zinsbouw, en verteltrant.

Bij de verhaalvorm ga je na met welke verhaalvormje te maken hebt.
Fabel, misdaadroman, sciencefictionverhaal,...


Voor de helaasheid der dingen ga ik deperspectief bespreken.
Het verhaal is in een ik-persoon verteld. Het is Dimitri Verhulst zelf dat het verhaal verteld. We komen dus veel te weten over zijn gedachtes en zijn gevoelens, maar over de andere personages weten we niet veel.





























leesautobiografie

Op mijn achtjarige leeftijd was Geronimo Stilton en held voor mij. Zeker de fantasia-serie vond ik uistekend. Toen ik ongeveer 10 jaar oud was, begon ik de boeken van Darren Shan te lezen. Hij leeft in ierland en hij shrijft in he Engels. Hij is vrij bekend voor zijn horror-boeken. Hij schrijft hoofdzakelijk voor jongeren die horror-liefhebbers zijn en schrijft vaak in reeksen van 10 tot 12 boeken. Ik heb drie reeksen van hem gelezen. Dit is ongeveer 30 boeken. Ik werd een grote fan van hem en dus ook van horror. Vervolgens ben ik op 12 jaar begonnen met de Gone-reeks van Michael Grant. Dit is ook eerder horror. Het is l meer geschreven voor volwassenen. Ik vond het uitstekende boeken en dankzij die boeken heb ik Kelley Armstrong gekend. Het is ook een trilogie, genaamd 'the darkest powers trilogie'.Vorig jaar heb ik een boek van Dimitri verhulst geleesd, getild 'De laatkomer'. Het was een zeer moeilijk boek, maar de grillige humor aanwezig in dat boeken vond ik soms zeer grappig.